GEBED IEDERE DAG

Gebed met de heiligen
Woord van god elke dag
Libretto DEL GIORNO
Gebed met de heiligen
Woensdag 15 mei


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gij zijt een uitverkoren stam,
een koninklijk priestervolk, een heilige natie,
een volk door God verworven
om zijn grote daden te verkondigen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 17,11-19

Ik ben al niet meer in de wereld, maar zij, zij blijven in de wereld achter, terwijl Ik naar U toe kom. Heilige Vader, bewaar hen in uw naam, die U Mij hebt toevertrouwd, opdat ze één mogen zijn zoals Wij. Zolang Ik bij hen was, was het mijn taak hen te bewaren in uw naam, die naam die U Mij hebt toevertrouwd; Ik heb over hen gewaakt, en geen van hen is verloren gegaan, behalve degene die verloren moest gaan, opdat de Schrift in vervulling zou gaan. Nu kom Ik naar U toe, maar terwijl Ik nog in de wereld ben, zeg Ik dit alles opdat ze volkomen vervuld mogen zijn van mijn vreugde. Ik heb hun uw woord doorgegeven, en de wereld is hen gaan haten, want ze zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Ik vraag U niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te behoeden voor de macht van het kwaad. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Maak hen toegewijd aan U in de waarheid; uw woord is waarheid. Zoals U Mij naar de wereld hebt gezonden, zo heb Ik hen naar de wereld gezonden, en voor hen wijd Ik mijzelf toe aan U, opdat ook zij U toegewijd zullen zijn in de waarheid.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jullie zullen heilig zijn,
want Ik ben heilig, zegt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jezus heeft net tot de Vader gebeden en gevraagd dat Hij zijn leerlingen beschermt. De elf stonden op het punt om alleen gelaten te worden, zonder zijn fysieke aanwezigheid. En Hij weet heel goed dat ze te maken zullen krijgen met zeer zware beproevingen. Zullen ze de aanvallen van het kwaad kunnen weerstaan die op alle mogelijke manieren zullen proberen hen van Hem en van het evangelie weg te drijven? Hij weet dat de duivel - in het Grieks "hij die verdeelt" - hen wil verstrooien en hen in eenzaamheid en isolement wil achterlaten. Hij bidt: "Bewaar hen in uw naam [...] opdat ze één mogen zijn zoals Wij". De eenheid tussen de Vader en de Zoon wordt niet alleen een graadmeter voor de authenticiteit van de leerlingen, maar ook de bestaansreden van de christelijke roeping. De redding is de communie tussen iedereen met de Vader en de Zoon. In die communie vind je de volle vreugde, zoals Jezus zelf zegt: "opdat ze volkomen vervuld mogen zijn van mijn vreugde". De vreugde van de leerlingen is geen goedkoop optimisme, maar de vrucht van de inzet om een nieuwe broederlijkheid tot stand te brengen, die alle verdeeldheid wegneemt. Dit werk komt niet simpelweg voort uit onze goede wil, maar uit het luisteren naar het woord van God dat ieder van ons aanspoort om onze eigen wereld te verlaten en erop uit te gaan om anderen te ontmoeten en nieuwe banden van broederlijkheid te smeden. Jezus bidt niet om hen uit de wereld te halen, dat zou de ontkenning van het evangelie zijn. Christenen zijn veeleer geroepen om gist van broederlijkheid in de wereld te zijn. Dat is hun roeping: de wereld veranderen zodat die steeds meer een wereld van broederlijkheid en liefde tussen allen wordt. "Zoals U Mij naar de wereld hebt gezonden, zo heb Ik hen naar de wereld gezonden". Er is als een rode draad een verbinding tussen het hart van de Drie-eenheid, toen de Zoon tegen de Vader zei: "Hier ben Ik, zend Mij!", en Jezus' zending van de leerlingen van alle tijden in de wereld, zodat zij Gods eigen werken kunnen verrichten.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.